Om e-mails naar je patiƫnten te verzenden moet je de SMTP-instellingen van je e-mailadressen instellen.
SMTP klinkt je waarschijnlijk niet bekend in de oren, maar deze gegevens krijg je steeds van je mailprovider.
Vul het e-mailadres in dat je wil gebruiken om je mails mee te versturen en klik op [Controleren].
Er wordt een verificatiecode verstuurd naar het mailadres dat je hebt ingevuld. Vul de verificatiecode in om verder te gaan.
Indien je de code niet ontvangen hebt, klik dan op stuur me een nieuwe code. Het kan enkele minuten duren voordat je de e-mail ontvangt. Kijk zeker ook je spam folder na.
Geef vervolgens de afzendernaam in die de ontvanger zal zien bij het ontvangen van de e-mail. Deze naam mag afwijken van het e-mailadres. Klik op [Volgende stap].
Bij SMTP-types van Microsoft, zoals Outlook, Hotmail en Office 365, kiest het platform automatisch het eerste deel van het ingevulde e-mailadres bij stap 1 als afzendernaam bij het verzenden van e-mails vanuit Crossuite. Dit komt doordat de Microsoft Graph API, die wordt gebruikt voor het verzenden van berichten, geen aangepaste afzendernaam ondersteunt. Deze afzendernaam voor Microsoft mailbox gebruikers is dus niet instelbaar vanuit Crossuite.
In stap 3 heb je de optie om de voettekst van je mails aan te passen. Meer informatie over hoe je dit instelt kan je lezen in het artikel
Voettekst / mailfooter instellen. Klik op
[Volgende stap].
Ten slotte stel je het type SMTP in om een verbinding te maken met je SMTP server. Bovenaan in het drop-down menu bij SMTP type hebben we reeds enkele vaak voorkomende types. Indien je SMTP type hier tussen staat, dan selecteer je het type dat voor je mailadres van toepassing is.
Indien je mailadres een Hotmail/Live, Outlook, Office365 of Gmail adres is, dan connecteer je de SMTP door in te loggen met je mailadres en wachtwoord van je e-mailaccount.
Indien je een One.com e-mailadres hebt, dan connecteer je de SMTP door onderaan je gebruikersnaam en wachtwoord van One.com in te vullen. Je gebruikersnaam en wachtwoord zijn hetzelfde als je e-mailadres en wachtwoord dat je gebruikt om in te loggen in je mailbox/account van One.com.
Indien je een andere mailprovider hebt, kies dan voor de optie Andere. De SMTP gegevens moet je zelf invullen.
Een authenticatie is verplicht. Kies voor normaal wachtwoord of versleuteld wachtwoord.
SMTP gegevens kan je vaak online vinden. Zoek bijvoorbeeld op "SMTP Telenet" in Google om de SMTP gegevens terug te vinden van Telenet. Indien je de gegevens niet online kan terugvinden, neem dan contact op met je mailprovider zodat zij je de SMTP gegevens kunnen bezorgen.
Indien je mailprovider geen gebruikersnaam of wachtwoord heeft meegegeven, dan is dit bijna altijd je e-mailadres en het bijhorende wachtwoord om in te loggen in je mailbox/e-mailaccount.
Vaak geven mailproviders ook de gegevens door van de inkomende server en POP3/IMAP. Deze gegevens heb je niet nodig. De SMTP gegevens die je nodig hebt zijn altijd die van je uitgaande server.
Klik op [Controleer SMTP configuratie] om je SMTP connectie te testen en toe te voegen. Lukt de connectie niet, dan wil dat zeggen dat er SMTP gegevens zijn die niet juist zijn.
Let op de beperkingen van je mailprovider. Sommige providers leggen beperkingen op in het aantal mailtjes dat er per x minuten worden verstuurd, of in het algemeen hoeveel mailtjes er per dag worden verstuurd.